Bewindvoering
De taak van de bewindvoerder is het zorgen dat alles van de cliënt wat onder bewind is gesteld goed wordt beheerd. Daarnaast moet de bewindvoerder ervoor zorgen dat de vermogens die onder bewind zijn gesteld in de eerste plaats worden gebruikt voor het welzijn van de cliënt.
Bij bewindvoering krijgt een cliënt bescherming bij materiële zaken. Dat betekent dat hij niet zelf besluiten mag nemen over financiën. Het kopen of verkopen van een huis mag bijvoorbeeld niet, omdat dit gevolgen kan hebben voor het financiële welzijn. Echter, de cliënt blijft wel handelingsbekwaam. Zo mag hij nog steeds zelf besluiten mag nemen over een aantal (niet-materiële) zaken. Bijvoorbeeld het laten maken of veranderen van het testament of het aangaan van een huwelijk.
Curatele
Iemand die onder curatele staat kan niet meer over zijn eigen financiële en persoonlijke zaken beslissen. Denk aan het kopen van een auto, het afsluiten van een telefoonabonnement of het aangaan van een huwelijk. Bij curatele krijgt de cliënt van de kantonrechter een curator aangewezen die deze zaken voor de cliënt regelt. Door deze beschermingsmaatregel raakt de cliënt handelingsonbekwaam.
Mentorschap
Mentorschap is een beschermingsmaatregel voor cliënten die hun persoonlijke zaken niet (meer) zelf kunnen regelen. Dat kan komen door hun geestelijke of lichamelijke toestand. Mentorschap betreft de begeleiding bij beslissingen over zorg en welzijn van de cliënt. Zoals wonen, werken en medische begeleiding. Wanneer een cliënt dit niet meer goed zelf kan, wordt een mentor aangesteld door de rechter. De mentor neemt de beslissingen, waar mogelijk samen met de cliënt, bij de persoonlijke zaken.
Een mentor helpt bij het regelen van de persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding en behandeling van zijn cliënt. De mentor kan hier beslissingen over nemen. De mentor zal de cliënt zoveel mogelijk bij zijn taken betrekken. En waar mogelijk ook meenemen bij het maken van de beslissingen.